Van der Aa schrijft in zijn Aardrijkskundig Woordenboek uit 1840 (p. 64 ) met betrekking tot Zierikzee onder anderen het volgende: TEMPELIEREN-KLOOSTER, voorm.kloost……., binnen de stad Zierikzee. Het moet een fraai gebouw zijn geweest, dat na de vernietiging van de orde der Tempelieren, aan de St. Jansheeren is afgestaan. ……….Toen op het jaar 1312 de orde der Tempelieren in groot aanzien en zelf voor Vorsten en Pausen geducht was geworden, ontving de Regering der gemelde stad eenen brief, welligt nog voorhanden, met een adres van den volgenden inhoud: “ dat op zekeren daarbij bepaalden middernacht de Raad moest vergaderen, den brief openen en den inhoud daar van terstond op lijfstraffe uitvoeren, met vergunning daartoe, ingeval van nood, hulp te nemen.” De brief geopend zijnde, vond men daarin het bloedig bevel om al de Tempelieren om te brengen. Men ontbood de stadsarbeiders en wapende die. Nu werden de deuren van het huis opengeloopen en al de Tempelheeren afgemaakt; slechts twee, die zich elders bevonden, ontkwamen aan die algemeenen moord [einde citaat]. De traditionele opvatting met betrekking tot de aanwezigheid van de Tempelorde in het Tempelhuis te Zierikzee en tot de uitroeiing van zijn bewoners blijkt op een misvatting te berusten. Mogelijk hebben er in Zierikzee wel tempeleigendommen gelegen, die mogelijk vanuit de commanderie Ter Brake beheerd werden, maar een bewijs hiervoor ontbreekt voor als nog. [bron: http://www.tempelieren.nl/CBZierikzee.htm]