Julia Nelisse (onbekend - 1995) woont samen met haar man en dochtertje Merapi in een leprakolonie in Pelantungan (Java). Terwijl zij proberen zo goed mogelijk te overleven, zien zij het geweld van de onafhankelijkheidsstrijd van zeer nabij.
Julia Nelisse (onbekend - 1995) woont samen met haar man en dochtertje Merapi in een leprakolonie in Pelantungan (Java). Terwijl zij proberen zo goed mogelijk te overleven, zien zij het geweld van de onafhankelijkheidsstrijd van zeer nabij.
Julia Nelisse bevalt op 6 september 1947 in een leprakolonie in Pelantungan (Java) van een dochter. Ze geeft haar kind de naam Merapi, vernoemd naar de gelijknamige vulkaan op Java.
Als gevolg van revolutionair geweld in de buurt spoelen via het riviertje bij de leprakolonie veelvuldig lijken aan. Julia Nelisse en de dorpelingen leggen de lichamen af met een lijkwade van stof.
Hoofdkussentje, linnen, 1947. Privécollectie
Textiel is echter schaars. Om haar pasgeboren dochter tóch te kunnen kleden, besluit Julia Nelisse linnen boekomslagen uit de koloniebibliotheek te vermaken tot babykleertjes.
Luierdoek, linnen, 1947. Privécollectie
De kaften koos Nelisse zorgvuldig uit. Het hesje, het hoofdkussentje en de luier dragen de boektitels: Tarzan de Leeuwman, De stem van het geweten en Alleen voor zondaars.
Hesje, linnen, 1947. Privécollectie
Merapi Obermayer is de dochter van Julia Nelisse. In haar videoportret vertelt ze over haar moeder, jeugd en de invloed van de revolutie.