Niet veel mensen weten dat er in 1972, ruim drie jaar voor de beruchte mesaanval op 14 September 1975, al plannen waren voor een mogelijke behandeling van De Nachtwacht. Het vernis, dat was aangebracht in 1947, was door de jaren heen zó bros geworden, dat afstoffen van het schilderij nauwelijks nog mogelijk was. Het vernis was daarbij ook flink vergeeld.
Geheim onderzoek
Een klein fragmentje van het vernis werd geanalyseerd door wat toen het Centraal Laboratorium voor Onderzoek van Voorwerpen van Kunst en Wetenschap heette. Om de plannen voorlopig geheim te houden, gebeurde dit onder de naam van een ander, minder belangrijk, schilderij.
Mastiek vernis uit 1947
Uit de analyseresultaten bleek dat het om een mastiek vernis ging, wat klopte met de geschreven bronnen uit 1947. Interessant genoeg was mastiek, een natuurlijke hars, in 1947 heel bewust gekozen met het idee dat het in de toekomst verwijderd kon worden door het er voorzichtig af te wrijven. Op die manier kon het gebruik van oplosmiddelen worden vermeden. In de jaren 70 was een dergelijke ‘droge’ manier van vernisafname in ongebruik geraakt.
Aanval en behandeling
Een behandelingsvoorstel werd in 1973 besproken met de betrokken partijen en het plan werd opgevat om in 1974 te beginnen met de behandeling van De Nachtwacht. Maar zoals dat soms gaat, kwamen er andere prioriteiten voor in de plaats en de behandeling werd uitgesteld totdat, op 14 September 1975, van uitstel niet langer sprake kon zijn. De twaalf messneden van de brute aanval maakten onmiddellijke behandeling essentieel. Te midden van alle stress van de dagen, weken en maanden na de aanval, was het misschien een kleine troost voor de betrokken restauratoren en andere personeelsleden, dat een behandeling al in de planning had gestaan en ze in ieder geval beter voorbereid waren op de behandeling dan anders het geval was geweest.