10 dingen over Thuis in de 17de eeuw

Uit de serie 10 dingen over...

Hoe zag het dagelijks leven er thuis uit in de 17de eeuw? Tien verrassende weetjes over wat mensen droegen, deden én dachten. Van kakstoelen tot kragen, van koelkasten tot ganzenborden.

Boek je bezoek

Het museum neemt je mee naar Rembrandt, Vermeer en Van Gogh. Kom je ook?

Rijksmuseum tickets

Open deur

Thuis was minder privé dan wij nu gewend zijn. De deur bleef vaak openstaan en het was heel normaal dat kinderen, buren of bekenden zomaar binnenliepen. Iedereen in de buurt luisterde mee. En anders was er altijd God die alles zag.

Deur, Ouderkerk aan de IJssel, 1655. Verschillende houtsoorten.

Schoon linnengoed

Mensen wasten zichzelf niet vaak met water. In plaats daarvan trokken ze schoon linnengoed aan om er fris en netjes uit te zien. Dat was meestal spierwit: hét teken van reinheid.

Deze mannenkraag bestaat uit meer dan 17 meter stof, zorgvuldig in plooien gelegd. Zowel rijke mannen als vrouwen droegen zulke kragen. Dit is zelfs de enige plooikraag die in Nederland bewaard is gebleven!

Plooikraag, Noordelijke Nederlanden, ca. 1615-1635. Linnenbatist.

17de-eeuwse koelkast

Een koelkast hadden mensen niet, maar wel een spinde: een kast met ventilatieroosters die de lucht liet doorstromen. Zo bleef voedsel langer goed. Deze waren meestal gemaakt van goedkoop hout, maar met een lik verf leek het ineens veel chiquer – net echt eiken.

Voorraadkast (spinde), Noordelijke Nederlanden, ca. 1610–1630. Vuren- en grenenhout.

Handen wassen

Handen wassen voor het eten was een belangrijke etiquetteregel. In rijkere kringen parfumeerde men het water met rozenwater, waardoor het extra lekker rook. De vermogende Agneta Deutz deed dat in stijl, met dit zilveren lampetstel.

Lampetstel met het wapen van Gerard Meerman, Andries Grill (1604-1665). Zilver, 1649.

Regie in huis

Volgens het boekje was man de baas in huis. In de praktijk had de vrouw vaak de regie: zij verdeelde en organiseerde de taken. Meisjes werden al vroeg voorbereid op die rol.

De jonge Eva Wtewael is hier door haar vader geportretteerd als perfecte vrouw des huizes, bezig met verstelwerk en een bijbel of psalmenboekje onder handbereik.

Portret van Eva Wtewael (1607-1635), Joachim Wteweal (1566–1638). Olieverf op paneel, 1628. Collectie Centraal Museum Utrecht.

Kinderkakstoel

Voor ouders was het vroeger vast verleidelijk: hun nog niet zindelijke kinderen in de zogeheten ‘kakstoel’ zetten. In de zitting zat een gat met daaronder een potje, zodat het kind makkelijk zijn behoefte kon doen. Handig, toch?

Toch werd de stoel destijds sterk afgeraden. Volgens arts Steven Blankaart zou te veel tijd op de kakstoel tot ‘pap-sakken van kinderen’ leiden.

Trompe l’oeuil met kind in een kakstoel, Johannes Cornelisz Verspronck. Olieverf op paneel, ca. 1654. Collectie Noordbrabants Museum Den Bosch; langdurig bruikleen JK Art Foundation.

Deugdzame kast

Linnenkasten hadden een prominente plek in huis. De deuren van dit exemplaar verbeelden Bijbelse scenes met Susanna en de ouderlingen. Vanwege haar geloof en kuisheid was zij een voorbeeld voor vrouwen.

Telkens als je de kast opende, werd je herinnerd aan Susanna’s verhaal. Zelfs tijdens het opvouwen van linnengoed reflecteerde je zo op een deugdzaam leven.

Kast met Bijbelse motieven, Noordelijke Nederlanden, ca. 1630-1650. Eikenhout, ebbenhout.

Samen aan het werk

In veel huishoudens runde het echtpaar samen een bedrijf aan huis. Dit portret van Jan Steen hing in de keuken van een bakkersechtpaar uit Leiden. Terwijl Arent het brood bakte, runde Catharina de winkel. Trots presenteert ze het verse brood: krakelingen, kadetjes en tegen de muur een duivekater.

Portret van Arent Oostwaard en Catharina Keizerswaard, Jan Havicksz Steen (ca. 1625–1679). Leiden, 1658.

Hansje in de kelder

Giet je wijn in deze schaal, dan opent er een klepje en verschijnt daar een klein figuurtje: een symbool voor de zwangerschap. De schaal, een zogenaamde ‘hansje in de kelder’, gebruikte men bij een toost op het ongeboren kind.

Door het hoge sterftecijfer voor moeder en kind was dit geen zorgeloze dronk. Over de risico’s van alcohol was minder bekend, dus de aanstaande moeder dronk ook gewoon mee.

Hansje in de kelder, Gerrit Stoffels (1591-1652). Harlingen, ca. 1600-1650. Zilver.

Geen kinderspel

Tegenwoordig is Ganzenbord een onschuldig kinderspel, maar in de 17de eeuw zette men er geld op in. Het bord stelt de levensloop voor: van kindertijd tot oude dag, langs de brug, de herberg en de dood. Wie op vakje 61 eindigde, moest een toost uitbrengen.

Ganzenbord, Claes Jansz. Visscher II (1587-1652). Amsterdam, ca. 1612-1652. Gravure.