Een collectie met twee verhalen. Een internationaal geroemde porseleinverzameling. Maar ook een stille getuige van een Joodse familiegeschiedenis. Breekbaar en kostbaar bezit dat werd verloren op de vlucht voor vervolging.


{{ 1 | leadingZero }}
Eerste porseleinfabriek
In Meissen werd het eerste porselein van Europa gemaakt. Hier opende in 1710 de eerste Europese fabriek. Vóór de ontdekking van het geheime procedé werd porselein alleen in China en Japan gemaakt. Deze kop en schotel lijken erg op Japans porselein, maar deze exemplaren zijn in Meissen gemaakt.
Kop, veelkleurig beschilderd met een Kakiemon-decor
{{ 2 | leadingZero }}
Gekruiste zwaarden
Meissenporselein is te herkennen aan het merk met twee gekruiste zwaarden. Dit merk werd met blauwe verf ónder het glazuur aangebracht, zodat het niet kon worden uitgeveegd of toegevoegd. Zo wist je zeker dat het porselein dat je kocht in Meissen was gemaakt.


{{ 3 | leadingZero }}
Porseleinziekte
Het merk is gebaseerd op het familiewapen van de oprichter van de fabriek. Dit was de Saksische keurvorst Augustus de Sterkte. Augustus was één van de grootste verzamelaars van porselein van zijn tijd. Hij leed naar eigen zeggen aan een porseleinziekte, een “maladie de porcelain.”
Portret van Frederik Augustus II
{{ 4 | leadingZero }}
Zeer belangrijke collectie
Porselein bleef een geliefd verzamelobject. Franz en Margarethe Oppenheimer brachten vanaf 1902 in Berlijn een zeer belangrijke collectie vroeg Meissen bijeen. Op deze foto uit 1931 zie je Franz Oppenheimer omringd door zijn vrouw, kinderen en kleinkinderen. Het was zijn 60ste verjaardag. Twee jaar later kwam het naziregime aan de macht en veranderde alles voor het Joodse echtpaar.
Familiefoto, 1 August 1931. Collectie van de familie Oppenheimer


{{ 5 | leadingZero }}
Europese fantasieën
De verzameling van Margarethe en Frans richtte zich op porselein van de allerhoogste kwaliteit met zogenaamde chinoiserie-decoraties. Dit zijn voorstellingen met een Aziatische inspiratie. Maar de decoraties hebben weinig met het echte Azië te maken. Het zijn Europese fantasieën. In de Oppenheimer collectie zijn hier talrijke voorbeelden van te vinden.
Spoelkom uit het servies van Clemens August van Beieren Meissener Porzellan Manufaktur, porselein, 1735


{{ 6 | leadingZero }}
Nederlands winterlandschap
De schilderingen op deze schotel zijn heel verfijnd. De centrale voorstelling met een winterlandschap is gebaseerd op Nederlandse prenten. De pseudo-Chinese figuren in de vergulde rand, warmen hun handen aan vuurtjes. Ze benadrukken zo het winterse thema.
Bord, veelkleurig beschilderd met een winterlandschap
{{ 7 | leadingZero }}
Vluchten voor vervolging
Door toenemende anti-Joodse maatregelen moesten Margarethe en Franz Oppenheimer vluchten. In 1937 vertrokken ze van Berlijn naar Wenen. In 1938, één dag voor de annexatie van Oostenrijk, vluchtten ze opnieuw, via Budapest naar Stockholm. Daar stapten ze uiteindelijk in 1941 op het schip Santa Rosa en bereikten, via Columbia, New York. Hier bleven ze tot aan hun dood.
SS Santa Rosa Passenger Manifest, 14 December 1941, list 6; Passenger and Crew Lists of Vessels Arriving at New York, 1897–1957 (National Archives Microfilm Publication T715, roll 6599, vol. 14190-14191); Records of the Immigration and Naturalization Service, Record Group 85


{{ 8 | leadingZero }}
Fritz Mannheimer
Tijdens hun vlucht probeerden Margarethe en Franz Oppenheimer hun dierbare collectie porselein mee te nemen. In 1937 besloten ze echter - als gevolg van de grote financiële druk door de vervolging - een deel te verkopen aan de Amsterdamse verzamelaar Fritz Mannheimer. Via hem kwam de collectie in het Rijksmuseum terecht.
Portret van F. Mannheimer


{{ 9 | leadingZero }}
Restitutie
In 2019 is de verzameling gerestitueerd aan de erven van Margarethe en Franz Oppenheimer. Zij hebben besloten de collectie in 2021 te laten veilen. Het Rijksmuseum was op deze veiling de grootste koper. Verschillende topstukken, waaronder deze klokkast, werden verworven.
Klokkast met Arachne en Athene Meissener Porzellan Manufaktur figuurgroep: Johann Joachim Kirchner uurwerk: Barrey, Parijs porselein, email, verguld brons, 1727
{{ 10 | leadingZero }}
Een stille getuige
Dit servies in zijn oorspronkelijke reiskoffer komt eveneens uit de collectie Oppenheimer. Het is gedecoreerd met het wapen van de Venetiaanse familie Morosini. Dankzij dit wapen is het servies precies te traceren in de documenten rondom de vlucht naar Oostenrijk van Margarethe en Franz Oppenheimer. Het is een stille getuige van hun vlucht om aan vervolging door het naziregime te ontkomen.